Netherlands -- History -- 1714-1795 -- Poetry -- Early works to 1800

Hoogh. Prins Willem den Vyfden, onderdrukten stadhouder, der Vereenigde Nederlanden. In verse. Letter from Jean The Francq van Berkhey to his Highness Prince William V.

by de herstelling van den Raed pensionaris Mr. P. van Blyswyk, en de waerneming van dit ambt ad interim door den ... heere W. Th. Baron van der Does, Heere van beide de Noordwyken. Also contains: Toewying aan den wel ed. groot-achtbaeren heere Mr. Joachim Rendorp, Vryheer van Marquette. In verse. Attributed to J. Le Francq van Berkhey. Lyric song, addressed to the high powers (the States) on the occasion of the convalescence of Mr. P. van Blyswyk and the management of his office by W. Th. Baron van der Does, lord of Noordwyk.

Gevolgd van een toegezwaaid Triumph aan de Wel Edele Groot Achtbaare Heeren Burgermeesteren Temminck, Hooft, Rendorp, Huighens, Cilfford, de Eliassen, en van Hoorn als ook den Pensionaris van Berckel en de Getrouwe Burger en eerste Aanleider tot Opbouwing van Neêrlands vervallen commercie den Heere Jan de Neufville, mitsgaders aan de Capellens, Nieuwenheim, Dordrechts Pensionaris Gyzelaar, Burgermeester Duivensz, van Enchuizen, de getrouwe Friezen, en verdere Patrioten. Sluitende met een Ô Jemeny! Ô Jemeny! voor den ex Overste Pesters en verdere Cabaal van den Hertog. Onder de Zinspreuk, men hoeft niet meer bedekt te spreeken, Louis zyn List is ons gebleekenter Verantwoording van den Autheur. In verse.

heere van Wolfs-Land, uitdeelder der verraderlyken Engelsche Guinjes enz. enz. enz. Poem.

Poem. Signed at the end: J. van Royen. Imprint from colophon.

In verse. On the prosecution of the Utrecht booksellers B. Wild and G.T. van Paddenburg on suspicion of publishing anti-Orangist writings. Directed especially against R.M. Goens, the ringleader of the attack on the booksellers. Jan van Utrecht is a pseudonym; identity of the actual author is unknown.

Consists of two poems, the first signed (page 7): J. Nucella. "Onomastichon, of, Naam-vers po de uitvaart van Zyn Eminentie de cardinaal, de Fleury ..."--Page [8] at end.

Consists of five short poems. Against a defamatory libel about the House of Orange.

On the Doelisten movement. "In de gekroonde Raap. Schrik van mantels en beffen! Te koop en te huur"--Page [23]-24. Fictitious places without the name of a printer or publisher.

In verse. [Openhartige samenspraak, tussen Kees en Jaap…]